Broeder Johannes: Klooster is een mooie afronding van mijn leven

Zijn psycholoog, bij wie hij anderhalf jaar geleden terecht kwam in de abdij in Berkel-Enschot, raadde het hem aan. Dit verhaal moest op papier gezet worden. Zo geschiedde. Met de hulp van schrijfster Nathalie Lans werd het roerige verleden van, inmiddels broeder Johannes, zwart op wit gezet. Zijn adem stokt als hij zijn verhaal probeert te vertellen. ,,Mijn broer Gerard en ik werden bij onze ouders weggehaald toen we 1,5 jaar waren. Waar in Schiedam ik precies geboren ben, dat weet ik niet.’’ De twee jongetjes waren ondervoed. En ongewenst, bovendien. Ze kwamen voor een jaar in het ziekenhuis terecht. De boodschap luidde dat hun ouders waren omgekomen bij het bombardement in Rotterdam. De jongetjes werden vervolgens in een internaat geplaatst voor verstandelijk beperkten. ,,Er heerste daar een streng regime. Dat was gewoon zo in die tijd, maar wij hoorden daar helemaal niet.’’ De jongetjes waren verre van zwakbegaafd. Tot overmaat van ramp werd de eeneiige tweeling gescheiden in het internaat. Het jaarlijkse uitje naar hun oom en tante in Rotterdam was iets waar ze zich aan vasthielden. ,,Ze hadden een bloemenwinkel en de geur van de bloemen was overweldigend. We kregen er heerlijk eten. We huilden tranen met tuiten als we weer op de trein terug werden gezet.’’ Nadat het besef kwam dat ze niet verstandelijk beperkt waren, werden ze overgeplaatst naar gastgezinnen, de één nog erger dan de ander. ,,Het ging hen om het geld, niet om ons’’, vertelt broeder Johannes. Na de oorlog kregen gastgezinnen fikse bedragen wanneer ze een kind in huis namen. ,,Bij eentje kregen we niet eens eten, dus kauwden we op suikerbiet en andere dingen die we in de natuur vonden. Huiswerk maakten we op de grond. We moesten keihard werken.’’ Gevoelsmensen, zo omschrijft hij zichzelf en zijn broer, maar de laatstgenoemde was net wat opvliegender dan hij zelf ooit is geweest. Bij het laatste gastgezin waar ze werden uitgebuit, vloog Gerard de moeder aan met een groot mes. ,,Ik ben ertussen gesprongen en heb iets ergs kunnen voorkomen.’’ Daarop werden de twee bij een kinderloos koppel geplaatst. ,,We belandden van de hel in de hemel.’’ Hij herinnert het zich nog goed: ze hadden een eigen kamer, kregen goed te eten en voor het eerst hadden ze iets voor zichzelf: een platenspeler met wat singeltjes.

Houvast

Al die zware jaren was er maar één houvast in zijn leven: God. ,,Vroeger moesten we elke ochtend naar de kerk. Dat was de enige plaats waar ik geborgenheid voelde.’’ Het was zijn roeping. De kerk voelde als thuiskomen, net als het klooster waar hij een paar jaar geleden intrad, hoewel hij het wel eens jammer vindt dat hij nooit een gezin heeft gehad, in tegenstelling tot zijn broer die trouwde. ,,Mijn broer overleed bijna twintig jaar geleden al’’, vertelt hij, terwijl de tranen zijn ogen vullen. Hij was de enige persoon die hij altijd aan zijn zijde heeft gehad. Samen tegen de rest van de wereld. Maar, zo betoogt hij, nu heeft hij een nieuwe familie gevonden. ,,Ik heb geen rancunes. Het heeft mij ook gevormd. Ik heb eindelijk een familie in het klooster: dit is een prachtige afronding van mijn leven. Ik ben een dankbaar mens.’’

Het boek Broeder Johannes: Een trappist met een wonderlijk levensverhaal is verkrijgbaar voor 19,90 euro. 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *